Quantcast

Autisme

Inhoud

Emoties en gevoelens

Autisme is een contactstoornis die zich vooral uit in beperkt sociaal gedrag, er is een beperkte emotionele wederkerigheid.

Een autistisch kind heeft grote moeite om zich in te leven in een ander en kan het gevoelens moeilijk plaatsen, daardoor heeft het moeite zich te uiten en laat het ook non-verbaal weinig zien.

Een kind met autisme legt weinig contact, zal niet snel iemand in de ogen aankijken en richt zich sterk op vertrouwde personen of situaties.
Veranderingen zijn heel moeilijk voor ze om mee om te gaan. Klassiek autisme gaat meestal gepaard met een beneden gemiddeld IQ.

Verschillende vormen van autisme

Er zijn verschillende vormen die in meer of mindere mate voor problemen bij kinderen kunnen zorgen. Vaak wordt er gesproken over een stoornis in het autistisch spectrum (ASS). Hoewel een kind met een vorm van autisme vaak tegen veel problemen aanloopt, heeft het vaak ook veel fijne en positieve kanten. Het is belangrijk om je dit als ouder en belanghebbende goed te realiseren.

De meest voorkomende stoornissen in het autistisch spectrum zijn: klassiek autisme, pdd-nos en het syndroom van asperger. Elke stoornis heeft eigen kenmerken, oorzaken en gevolgen.

Kenmerken, diagnose en praktische tips

Op onderstaande pagina’s behandelen we kenmerken en mogelijke oorzaken, de diagnose-stelling en geven we praktische tips voor het omgaan met iemand die autisme heeft. Op deze site vind je ook meer informatie over PDD-NOS en het syndroom van asperger.

We richten ons met deze site op kinderen en jongeren met een vorm van autisme, maar het gaat niet over als iemand 18 is. Veel jongvolwassen mensen en ook oudere volwassenen lopen tegen problemen aan met werk, school, relaties en sociale contacten. Een goede begeleiding blijft belangrijk.

Kenmerken van Autisme

Heel veel mensen hebben, als je kritisch kijkt, kenmerken van autisme of van een vorm van autisme zoals asperger of pdd-nos. De diagnose autisme kan alleen door een psychiater worden gesteld.

Het is belangrijk om bij kenmerken van autisme niet direct zelf een diagnose te stellen of klaar te hebben, maar een grondig psychiatrisch onderzoek af te wachten, zeker als het kind problemen ervaart op bijvoorbeeld school of thuis.
Op deze pagina vind je algemene informatie over kenmerken van autisme.

Autisme en omgang met mensen

Een kind met autisme is erg op zichzelf gericht. Hij onderzoekt en verkent de omgeving niet goed uit zichzelf. Ook vermijdt hij oogcontact met anderen. Doordat het contact met mensen zo moeizaam gaat, komt ook de hechting met de opvoeders niet goed, of erg traag op gang. Zo duurt het bijvoorbeeld lang voordat het kind voor het eerst glimlacht.

Een ander kenmerk kan zijn dat het kind niet of slecht reageert op knuffelen met de ouders of zal het niet zo snel zijn armen uitsteken als hij uit de wieg gehaald wordt. Ook zal een kind met autisme niet snel troost zoeken als hij gevallen is of op mama afrennen als hij thuis komt. Dit is voor ouders vaak erg frustrerend en pijnlijk.
Het contact met leeftijdsgenootjes gaat vaak ook niet vanzelf. De kinderen vallen op doordat ze vaak alleen spelen, of in het spel met anderen vaak compleet hun eigen gang gaan, waarbij het lijkt alsof ze de anderen eigenlijk niet opmerken.

Bedenk ook dat autisme een heleboel verschillende kenmerken heeft. Het is vaak niet eenduidig vast te stellen of een kind autisme heeft, alleen gebaseerd op de omgang met mensen. Hier is extra informatie voor nodig.

Autisme en de omgang met dingen

De omgang met dingen gaat bij kinderen met autisme anders dan bij andere kinderen. Zo speelt het kind vaak maar op één bepaalde manier met materiaal en kan moeilijk variëren. Ook is hij niet zo creatief of het creatieve bezig zijn gaat op een stereotiepe manier.

Kinderen met autisme spelen geen rollenspellen, zoals bijvoorbeeld ‘vader en moedertje’. Maar ook spelen met voorwerpen op symbolische wijze (bijv. een banaan gebruiken als telefoon) kunnen ze niet goed.

Het op een aparte manier van spelen, komt doordat kinderen met autisme een ongewone drang hebben naar routines en herhaling. Ze zijn namelijk bang voor alles wat nieuw of onbekend is en alles wat onverwacht gebeurt. Ze willen dan graag dat alles hetzelfde blijft, dat biedt hen houvast.
Als de routine wordt verstoort kan dat leiden tot paniek- en driftaanvallen. Soms zijn de kinderen dagen daarna nog van slag door wat er is gebeurd.

De spraak en het taalgebruik

Veel van de kinderen met autisme leert nooit echt actief gebruik te maken van spraak. De spraakontwikkeling komt meestal vertraagd op gang. Het taalgebruik is dan ook niet ‘normaal’ te noemen. Het zit vol met eigenaardigheden. Veel kinderen met autisme ‘papegaaien’ bijvoorbeeld. Ze zeggen dan precies na wat er tegen hen gezegd wordt en ook met precies dezelfde intonatie.
Wanneer ze gaan praten klinkt dit vaak vlak en robotachtig. Ze vinden het namelijk moeilijk om melodie in de taal te brengen of om toon, ritme en stembuigingen te gebruiken. Hierdoor is het voor een ander moeilijk te ontdekken hoe het kind zich nou eigenlijk voelt, omdat dat niet aan de stem te herkennen is.

Ook is er weinig interactie met andere mensen. De taal wordt niet echt als communicatiemiddel door het kind gezien. Kinderen met autisme praten echt tegen iemand in plaats van met iemand.

Stoornissen in de motoriek

Kinderen met autisme gebruiken ook weinig mimiek. Ze hebben nauwelijks gezichtsexpressie. Dan maken de kinderen een wat stille indruk en een wat ‘popperige’ uitstraling.
Ook gebruiken kinderen met autisme weinig tot geen houdingen en gebaren om duidelijk te maken wat ze willen en wat ze voelen.

Er is een achterstand in de grove en fijne motoriek. De meeste bewegingen die de kinderen wel maken is stereotiep. Vaak is dit ritueel van aard, de kinderen stimuleren zo zichzelf. Wanneer een kind niet zo goed kan functioneren kan dit doorslaan tot automutilatie (zelfverwonding). Kinderen met autisme worden vaak gezien als over beweeglijk, snel afleidbaar en impulsief.

Stoornissen in de prikkelverwerking

Kinderen met autisme kunnen heel verschillend reageren op gebeurtenissen uit de omgeving. Soms reageren ze te heftig en andere keren reageren ze veel te gering. Dit kan bij van alles voorkomen.

Soms reageert een kind bijvoorbeeld helemaal niet, zelfs niet op zijn eigen naam of op een begroeting van iemand die binnenkomt. Maar ook als het kind zich bijvoorbeeld verbrandt kan het zijn dat het geen pijnreactie geeft. Hij gaat dat niet huilen, raakt niet in paniek en zoekt ook geen troost.
Op andere dingen wordt weer extreem heftig gereageerd, terwijl dat helemaal niet nodig is. Bijvoorbeeld het geluid van een stofzuiger of een verandering van lichtinval in de kamer. Het kind raakt dan overstuur en is vaak moeilijk weer rustig te krijgen.

Oorzaken en prognose van (klassiek) autisme

De precieze oorzaak van autisme is niet bekend. Maar waarschijnlijk spelen psychische, fysiologische en sociologische factoren een rol bij het ontstaan van autisme. Ook zou het kunnen dat autisme ontstaat door een infectie.

Op autisme lijkend gedrag komt ook voor bij kinderen met het fragiele-X-syndroom (een genetische stoornis, veroorzaakt door een afwijkend X-chromosoom en gekenmerkt door geestelijke ontwikkelingsachterstand), fenylketonurie (een aangeboren stofwisselingsdefect) en virale encefalitis (door een virus veroorzaakte ontsteking van de hersenen).

Er wordt de laatste tijd veel gesproken over een mogelijk verband tussen het BMR-vaccin (inenting tegen bof, mazelen en rodehond) en een verhoogd risico op autisme. Voor een dergelijk verband bestaat echter (nog) geen sluitend wetenschappelijk bewijs.

De ontwikkeling van kinderen met autisme

De ontwikkeling van een normaal kind verloopt over het algemeen soepel en voorspelbaar. Bij kinderen met autisme is dit anders. De ontwikkeling op bepaalde gebieden kunnen nog wel eens met horten en stoten verlopen. Sprints worden afgewisseld met perioden van stilstand.
Wel is het zo dat het kind zich blijft ontwikkelen en dat de verschillende vaardigheden wel degelijk tot ontwikkeling komen. Soms worden daarbij fases overgeslagen. In sommige gevallen is het mogelijk dat kinderen die al iets geleerd hebben, die taalvaardigheden weer verliezen. Dat is vooral het geval bij laag functionerende autisten.

De cognitieve ontwikkeling

Ongeveer 70% van alle kinderen met autisme functioneren op een verstandelijk gehandicapt niveau. Zij hebben dan dus een dubbele handicap. Andere kinderen met autisme blijken (op bepaalde gebieden) wel begaafd te zijn. Te denken valt aan gevoeligheid voor muziek, gigantisch goed legpuzzels kunnen maken of een super goed geheugen hebben voor getallenreeksen, speciale gebeurtenissen of details van situaties die ze hebben meegemaakt.
Kinderen met autisme hebben meestal een redelijk goed ruimtelijk inzicht. Op taalgebieden scoren zij vaak een stuk lager.

Prognose voor kinderen met autisme

Kinderen met autisme blijven in de meeste gevallen de rest van hun leven in meer of mindere mate gehandicapt. Als ze rond de 20 jaar oud zijn hebben ze het vaak erg moeilijk. Een klein deel van de kinderen met autisme kunnen zich zo ontwikkelen dat ze geheel zelfstandig kunnen leven. De helft van deze kinderen kinderen ontwikkelen uiteindelijk goede verbale vaardigheden en kunnen goed duidelijk maken wat ze willen en voelen. De kinderen die goed functioneren kunnen zich het beste ontwikkelen en leren ook om op een begrijpelijke manier te praten. Alle andere autistische kinderen zullen hun hele leven begeleiding en bescherming nodig hebben. Ze kunnen dan op een gegeven moment niet meer thuis wonen en worden dan opgenomen in kleine leefeenheden, tehuizen of speciale instellingen.

Om officieel gediagnosticeerd te worden met autisme (of een stoornis in het autistisch spectrum) wordt de DSM-IV gebruikt. Hierin staan de kenmerken vermeldt waar de uiteindelijke diagnose van afgeleid kan worden.

Criteria autisme

Volgens de DSM-IV zijn de volgende criteria bepalend voor de autistische stoornis (klassiek) Autisme:

I. Kwalitatief tekortkoming in sociale wisselwerking, zoals blijkt uit minstens twee van de volgende:
A. opvallende tekortkomingen in het gebruik van meerdere non-verbale gedragingen, zoals oogcontact, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en mimiek(welke sociale wisselwerking regelt)
B. tekortkoming in het ontwikkelen van vriendschappen met leeftijdgenoten in overeenstemming met ontwikkelingsniveau
C. een gebrek in het spontaan delen van plezier,interesses, of prestaties met andere mensen, (bv., door een tekortkoming in het verduidelijken van interesses naar anderen mensen)
D. een gebrek in sociale of emotionele wisselwerking

II. beperkt en stereotype gedragspatroon, interesses en gedragingen, zoals blijkt uit minstens een van de volgende:

A. overdreven in beslaggenomen zijn door een of meer stereotiepe en beperkte interessegebieden, welke abnormaal zijn in intensiteit of concentratie
B. blijkbaar onverzettelijk ten opzichte van specifieke, niet functionele handelingen of rituelen
C. stereotype en repeterende lichaamsbewegingen (zoals handflappen of draaien met de handen, of complexe bewegingen van het hele lichaam)
D. hardnekkige preoccupatie met gedeeltes van objecten

III. De stoornis veroorzaakt klinisch veelbetekenende tekortkomingen in sociaal, beroepsmatig of andere belangrijke functioneringsgebieden.

 

IV. Er is geen betekenisvolle vertraging in taalontwikkeling (BV. enkele woordjes bij 2 jaar, communicatieve zinnetjes bij 3 jaar)

V. Er is geen betekenisvolle vertraging in de kennisontwikkeling of in de ontwikkeling van de leeftijdsafhankelijke zelfhulpvaardigheden (anders dan sociale wisselwerking) en de ontdekkingsdrift in de kinderjaren.

VI. Criteria zijn niet gelijk aan andere specifieke Pervasive Developmental Disorder of Schizofrenie

Begeleiding autistisch kind

Het opvoeden van een autistisch kind vraagt nogal wat van de ouders.
Een aantal dingen zijn belangrijk bij het geven van begeleiding aan een autistisch kind.

Naast “de bedoeling van het gedrag” van het kind begrijpen, zijn het “inspelen op, structuren van en leren wennen aan prikkels” van groot belang, lees onderstaand de uitgebreidere informatie, alsmede meer informatie over het leren van vaardigheden en het belang van consequent reageren.

Eerst een aantal tips voor ouders voor het omgaan met een kind met autisme.

Omgaan met (klassiek) autisme

Hieronder vind je een aantal tips voor ouders ten aanzien van het omgaan met een kind met (klassiek) autisme.

  • Gebruik concrete taal voor kinderen met autisme.
  • Korte zinnen, niet babbelen.
  • Je kind kan vaak maar één ding tegelijk (bijv. niet praten en kijken tegelijk).
  • Vermijdt eindeloze discussies. Je kind begrijpt je standpunt niet en zal het ook niet gaan begrijpen. Hij moet gewoon doen omdat het moet.
  • Wees juist zakelijk in plaats van emotioneel.
  • Stel concrete vragen en wees geduldig bij het krijgen van een antwoord, dit duurt soms namelijk wat langer.
  • Wees voorspelbaar en geef veranderingen tijdig aan.
  • Lok communicatie uit en geef je kind tijd om de informatie te verwerken.
  • Geef gevoelens en emoties aan het contact. Je kind heeft namelijk wel degelijk gevoelens en verlangt dit, net zoals ieder ander kind, ook.
  • Communiceer met 1 ding tegelijk.
  • Wacht even tot het kwartje bij je kind is gevallen. Door de informatieverwerkingssnelheid duurt het wat langer.
  • Geef duidelijkheid en stel regels. Je kind kan weleens claimend zijn, maar dat komt door zijn behoefte aan duidelijkheid.
  • Verwacht geen reactie op non-verbale communicatie (gezichtsuitdrukking of gebaar) van jouw kant. Je kind zal dit niet herkennen of kunnen plaatsen.
  • Stel je kind gerust als je boos bent op een ander, het heeft niets met hem te maken.
  • Straffen heeft geen zin, ze begrijpen namelijk niet waarom. Door duidelijke afspraken en regels zal het vanzelf al goed gaan, want deze kinderen kunnen zich daar goed aan houden.
  • Als je kind boos is, zorg dan voor dat hij afleiding krijgt om weer tot rust te komen. Praat er op een later moment met hem over. Discussies en emoties hierin mengen heeft geen zin.

Bedoeling van gedrag

De opvoeders van een kind met autisme moeten hun kind als eerste ‘leren verstaan’. Zo moeten ze proberen te begrijpen wat hun kind zegt, maar ook het gedrag van hun kind leren begrijpen. Het gedrag van ieder mens heeft een boodschapwaarde, het is een vorm van communiceren. Bij kinderen met autisme geldt dit nog sterker, omdat zij vaak niet kunnen uitleggen wat ze voelen en denken. Vaak is het niet moeilijk om te zien dat een kind boos of kwaad is, maar het gaat juist om de reden van de boosheid of kwaadheid waarnaar op zoek gegaan moet worden.

Inspelen op prikkels

Het kost kinderen met autisme heel veel energie om te leren wennen aan bepaalde prikkels of om ze te negeren. Makkelijker is het om de prikkels te ‘neutraliseren’. Bijvoorbeeld: als een kind op weg naar school langs een bepaalde plek weigert te lopen omdat er een hond voor het raam zit, kost het minder energie om elke dag een blokje om te lopen dan om het kind te leren dat die hond echt niets zal doen.
De wereld moet voor het kind zo voorspelbaar mogelijk gemaakt worden. Als je als ouder of opvoeder weet dat er een angstopwekkende situatie voor het kind gaat komen, kun je hem daar het beste zo goed mogelijk op voorbereiden.

Tip autisme: structureren van prikkels

De meeste kinderen met autisme kunnen geen structuur brengen in hun leven en aan hun omgeving. Ook vinden ze het moeilijk om een betekenis te geven aan wat ze meemaken. Elk moment van de dag ervaren zij waarschijnlijk als een vloedgolf van prikkels.

Daarom is structuur aanbrengen in het leven van een kind met autisme extra belangrijk. Het kind voelt zich dan namelijk prettiger en veiliger en daardoor hebben de ouders of opvoeders een rustiger kind.

Leren wennen aan prikkels

Soms is het leren wennen aan bepaalde prikkels niet te voorkomen. Het is lastig om een kind te laten wennen, omdat hij de uitleg ervan niet begrijpt, omdat hij dat inzicht ervoor niet heeft. Een kind wennen aan een angstaanjagende prikkel moet daarom in stapjes gebeuren en worden gecombineerd met leuke ervaringen voor het kind.

Leren van vaardigheden

Het is mogelijk kinderen met autisme sociale vaardigheden aan te leren. Kinderen met autisme begrijpen alleen niet waarvoor die vaardigheden zijn en daardoor kan het aanleren van bijvoorbeeld hoe hij zich moet voorstellen aan andere mensen lijken op het dresseren van een paard. Ook is het zo dat wat ze dan geleerd hebben, ze moeilijk in een andere situatie ook doen. Als ze bijvoorbeeld thuis geleerd hebben hoe ze mensen moeten begroeten, hoeven ze dat in een winkel niet per se te doen, omdat de situatie anders is.

Autisme: consequent reageren

Net zoals bij kinderen zonder autisme, moet ook het gedrag van de ouders of opvoeders naar het kind met autisme direct en consequent zijn. Gewenst gedrag moet je belonen, voor ongewenst gedrag moet je alternatieven zoeken. Straffen wordt afgeraden, want dit wordt toch niet goed begrepen. Beter is het om duidelijk te laten merken wat de achterliggende gedachte is van waarom je boos/kwaad bent op het kind.

Aanbevolen literatuur

Communicatiekwesties bij Autisme en Syndroom van Asperger

22 gedachten over “Autisme”

  1. Welke behandelingsmethoden krijgen kinderen met klassiek autisme, non verbaal en een verstandelijk handicap om hun probleemgedrag in goede banen te leiden?

  2. Een goede begeleiding en het juist inspelen op prikkels is enorm belangrijk bij autistische kinderen. Voor dat laatste kun je heel goed speelgoed gebruiken om die zintuigen te prikkelen waar het kind behoefte aan heeft. Zwaait het bijvoorbeeld veel met zijn of haar armen, dan kan een rammelaar een leuk stuk speelgoed zijn.
    Laat het kind in ieder geval leidend zijn in het uitkiezen van speelgoed, want een kind met autisme heeft vaak andere behoeften dan zijn of haar leeftijdsgenootjes.

  3. Geachte Heer,mevrouw
    Ik las uw artikel over autisme.
    Mooi artikel!
    Vraag.
    Ik ben op zoek naar een cursus hoe je als ouders het beste kan communiceren met een kind die autisme heeft. Hoe bereik ik zijn hart en hoe weet ik wat er in hem om gaat.
    Ik hoor graag van u.
    Vriendelijke groeten,
    DS

      1. “Geef me de vijf” van Colet de Bruin. De expert en geeft training en inzicht bij ouders en begeleiding.

  4. Deborah Vancauwenberghe

    Hallo,
    Ik heb een zoon van 8 die autisme heeft, zit nu in een moeilijke periode mede i.v.m. drukke periode op school.
    Niet straffen vind ik moeilijk want ik heb ook nog 2 dochters, vind dat ik dat onmogelijk kan doen.
    Mijn zoon vraagt bijvoorbeeld om schoenen met veters. die krijgt hij en de eerste week is geen probleem, maar naar gelang de weken voorbij gaan beginnen er moeilijkheden te komen, een paar keer de veters vast, veters weer open en veters weer toe. Met als resultaat dat als de bus van school komt de bus altijd mag wachten, gooit dan zijn boekentas op straat en maakt mij verwijten, steekt o.a. zijn middel vinger uit.
    Wij straffen hem dan met geen xbox meer te spelen, maar dan is hij nog razender en smijt dan zijn hoofd tegen de grond en al.
    Wat zijn jullie adviezen?

    1. Aangezien het lastig is om te reageren zonder de situatie echt goed te kennen, onderstaand een aantal algemene adviezen:

      – Je kind begrijpt je standpunt niet en zal het ook niet gaan begrijpen. Hij moet gewoon doen omdat het moet.
      – Lok communicatie uit en geef je kind tijd om de informatie te verwerken.
      – Communiceer met 1 ding tegelijk.
      – Wacht even tot het kwartje bij je kind is gevallen. Door de informatieverwerkingssnelheid duurt het wat langer.
      – Geef duidelijkheid en stel regels. Je kind kan weleens claimend zijn, maar dat komt door zijn behoefte aan duidelijkheid.
      – Straffen heeft geen zin, ze begrijpen namelijk niet waarom. Door duidelijke afspraken en regels zal het vanzelf al goed gaan, want deze kinderen kunnen zich daar goed aan houden.
      – Als je kind boos is, zorg dan voor dat hij afleiding krijgt om weer tot rust te komen. Praat er op een later moment met hem over. Discussies en emoties hierin mengen heeft geen zin.

      1. De veters strikken geeft de spanning en maak het overzichtelijk en makkelijk. Bij Bart Smit speelgoed zijn latexveters in alle kleuren waardoor hij zo zijn schoenen aan kan trekken. Veters en autisme is een heel moeilijk ding. Zeker als de taxi ook nog voor de deur staat.

  5. Vraagje> bepaalde situaties. Onze autisme coach werkt met het stoplicht. Is er van overtuigd regels zijn regels! doe je het niet worden het strafpunten. Die punten kun je optellen en dan inzetten voor de straf die je afgesproken hebt. Onder ‘stout’ zijn wordt gerekend> bord niet leeg eten> grote mond of boos reageren, slecht luisteren of overtreding van een regelement.
    Vreemd reageren in een winkel kost strafpunten. Niet begroeten in de ochtend kost strafpunten.

    Met het stoplicht goed toe te passen zal je kind uiteindelijk gaan luisteren.

    Ze moet de coach aankijken maar weigert ze in sommige situaties. Als ik maar volhoud komt het goed echter de praktijk is anders.

    Zelf heb ik als moeder grote vraagtekens hierbij. Ik hoor graag van U.

    1. Lastig om hier zo iets van te zeggen.

      De stoplichtmethode kan zeker leiden tot een grotere zelfstandigheid van het kind met autisme. Ik zou de stoplichtmethode echter los zien van straffen. De stoplichtmethode is er meer voor om te communiceren met een kind met autisme, het kan een bepaalde stemming of keuze aangeven of daarbij helpen.
      Pas op dat uw kind niet uw gevoelens van negativiteit oppikt, als dat het geval is wordt het lastig om haar of hem er goed mee om te laten gaan.

  6. Ik heb een zoon van bijna 12. Zijn problemen begonnen(of beter gezegd zichtbaar te worden) toen hij op de lagere school zat in groep 5. Hij kon niet meekomen en toonde “vreemd” bozig mopperig gedrag. Hij is toen doorgestuurd naar de GGD en daar hebben vele gesprekken en onderzoeken plaatsgevonden. De officiele diagnose ASS kon nog niet gesteld worden maar men neigde daar toch wel sterk toe. Uit de onderzoeken kwamen vele autistische kenmerken naar voren en ook een iq die onder het gemiddelde lag. Geadviseerd werd om eerst af te wachten hoe hij zich verder zou ontwikkelen als hij naar een school voor speciaal onderwijs zou gaan. Met zijn negende is hij toen naar het speciaal onderwijs gegaan en hier kon hij idd beter meekomen, werd zelfs beste van de klas. Maar verder merkte wij thuis geen verbetering in zijn gedrag. Hij is vroeg met puberen begonnen en zijn gedrag is er niet op vooruit gegaan. Want nu vooral problematisch is , is de omgang met zijn 7 jarig zusje. Wij weten eerlijk gezegd niet meer wat wij ermee aan moeten. Zijn zusje doet niet boos of pest hem niet, zij doet gewoon “normaal” tegen hem. Maar toch behandeld hij haar alsof zij melaatse is. Hij is vies van haar en tolereert haar totaal niet.

    Weet iemand raad of heeft iemand een tip waar we hiermee terecht kunnen?

  7. Hallo
    Ik ben een plus mama van een jongetje van bijna 8 met een lichte vorm van ASS. Zelf heb ik 2 “normale” kinderen.
    Het is heel moeilijk te vatten of zijn gedrag nu te maken heeft met ASS of zijn karakter. Daarom is het net zo moeilijk om zaken te vatten. Hij gaat naar een normale school en haalt mooie resultaten. Bovendien is het niet mijn kind. Doch als nieuw samengesteld gezin hebben we onze 3 kids een week samen en dan een week kinderloos. Tegen het eind van die week heb ik mega veel stress omdat ik schrik heb om wel of niet goed te doen voor het kind van mijn partner. Het weegt ontzettend? op onze relatie. Ik zie mijn partner doodgraag.

    Kan ik ergens tips krijgen hoe ik als plus mama kan omgaan met deze situatie?
    Dankjewel.

    1. Beste,

      Helaas ga ik je geen tips kunnen geven, omdat ik zelf hopeloos opzoek ben naar tips and tricks…maar het lezen van uw oproep voelde zo herkenbaar dat ik even wou reageren als steun…

      Mijn partner heeft 2 kinderen met ASS (de ene met lichte vorm _ de andere met zwaardere vorm) en dit weegt inderdaad zwaar op jezelf en je relatie… Ik vind het erkennen en aanvaarden zó moeilijk 🙁 Het voelt voor mij soms alsof lK degene ben die ‘abnormaal’ is…Tegen het einde van onze kinderweek ben ik doodop en de dag wanneer de kinders terug komen ben ik doodsbang voor de aankomende week…

      Ik hoop net als jou spoedig een evenwicht te vinden…

      Dikke knuffel

    2. Beste,
      Als je ASS hebt en je moet om de week schakelen en functioneren in een andere gezinssamenstelling is dat heel moeilijk voor álle kinderen en zeker als je ASS hebt. Kinderen met ASS hebben, veel meer nog dan kinderen zonder deze stoornis, behoefte aan regelmaat en duidelijkheid, dus licht ze ruim van tevoren in wat er gaat gebeuren. Betrek ze bij het plannen maken. Maak evt. een zichtbaar plan ( geschreven of getekend) , eerst dit dan dat en houd je eraan. Met andere woorden, hoe voorspelbaarder jij bent, hoe makkelijker je kind zich kan voegen. Opvoeden zonder emoties gaat niet, maar houd ze in de hand. Bedenk dat het geen opzet is, maar dat ze moeilijk anders kunnen. Lees er eens iets over. Geniet van de goede dingen en benoem dat. Sterkte!

  8. Een zeer leerzaam en toepasbaar verhaal. Maar een ding is me niet helemaal duidelijk;
    Als ouder moet je aan de ene kant ‘zakelijk’ zijn en niet emotioneel, maar anderzijds wordt er vermeld dat gevoelens en emoties aan het contact gegeven moeten worden. Dit lijkt elkaar tegen te spreken. Hoe moet ik dit zien ?

    1. Schouderklopje

      Hallo Harry, hier moeder en partner van ass, in mijn ogen wordt hier bedoeld dat de emoties van de opvoeder niet ter zake zijn maar dat je wel rekening moet houden met hun emoties gevoelens. Dit is voor mij als gevoelsmens het allerzwaarste!! Bijna niet op te brengen en onmenselijk, jezelf mag er niet zijn, op dit moment ben ik er weer helemaal aan onderdoor aan het gaan. Ik wens iedereen veel sterkte

  9. vertellen hoe jij je erbij voelt als iets voorvalt, dan kan je kind het evenement aan het gevoel linken, tijd geven om het te verwerken, dit op een zakelijke manier, niet emotioneel reageren want ze snappen dit niet

  10. Beide zoons van amper in de 30 hebben autisme. Het erfelijk hiervan is dat hun vader dat ook heeft en ik heb een ander beperking wat ook op autisme lijkt maar dat ik in ben gesteld ben om rekening te houden met mijn zoons en ook net zo goed structuur nodig heb, niet tegen conflicten kan en het woord moeten ben ik ook allergisch voor. De angst om berispt te worden voel ik al van te voren voor het besproken word. Ook net als mijn zoons heb ik meer tijd om prikkels te verwerken. Hun kunnen nog steeds niet de scheiding verwerken. Maar ook mijn ouders waren gescheiden. Ik heb een partner die een zus had met borderline. Maar hij is lief voor mijn kinderen en voor mij. Hij praat graag en soms moet ik zelf dingen onderbreken om te luisteren. Ik hou ook niet van veranderingen wat op mijn werkplek gebeurt.

  11. Pingback: Positieve kanten van kind met autisme

  12. Sophiavandelft

    Hoi,
    Mijn broertje van 11 jaar heeft PDDNOS + Autisme. Wij hebben thuis een hondje en dat schijnt al een tijdje enorme prikkel te zijn voor hem, hij doet hem vaak pijn en onze hond reageert daar natuurlijk op. Als wij de hond bij oma brengen word hij boos en krijgt hij vaak een woede aanval en is niet meer te kalmeren. Wij kunnen het niet over ons hart krijgen om onze hond weg te doen omdat ik (14) en mijn zus (16) niet zonder onze hond kunnen. Weet iemand wat wij kunnen doen om de prikkel minder groot te maken zodat hij de hond minder pijn gaat doen, alvast bedankt.

  13. Pingback: Hoe ga ik om met de buien van mijn zoon met ASS?

  14. Mijn zoontje van 7 is net gediagnosticeerd met autisme. Over het algemeen gaat het allemaal prima. Er is één ding waar wij (en school/bso vooral) tegen aanlopen. Als hij eenmaal heeft besloten iets niet te doen, dan doet hij dat ook niet en gaat hij in de ‘weigerstand’. Daar is hij dan niet meer uit te halen: niet met uitleggen, niet met wijzen op de regels op die plek, niet met vertellen wat de volgorde is. Gisteren bijvoorbeeld moest hij eerst zijn spelletje opruimen voordat hij mee naar huis mocht. Hij in de weigerstand, de bso-medewerker bleef koppig volhouden dat hij dat echt moest doen, het ging van kwaad tot erger. Ik ben een uur met hem bezig geweest om hem mee naar huis te krijgen. Iemand een tip hiermee om te gaan? Ik denk dat het fout is gegaan met de manier waarop het tegen hem is gezegd, maar het grote probleem is dus om hem uit zo’n bui te krijgen. Op school begint hij ook problemen te krijgen omdat hij soms bepaalde taken weigert om te doen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *