Quantcast

Posttraumatische stressstoornis

Inhoud

Wat is een posttraumatische stressstoornis?

PTSS (posttraumatische stressstoornis) zijn de gevolgen na een schokkende gebeurtenis, zoals bijvoorbeeld een ongeval, geweldsdelict, brand, mishandeling, seksueel misbruik of het verlies van een geliefde.
Er ontstaan gevoelens van angst en ontreddering. Deze gevoelens kunnen zo’n drie ( is acuut, als de kenmerken zich meteen laten zien) tot zes maanden (is chronisch) aanhouden.

Als het kind de ruimte krijgt om zijn verwarrende gevoelens te uiten bij een vertrouwd persoon, zal hij de gebeurtenis vanzelf verwerken. Is dit niet het geval, of lukt het niet helemaal, dan zal er na zo’n zes maanden therapie nodig zijn.

Copingstrategieën

Copingstrategieën zijn manieren om met problemen om te gaan.
Hoe een kind met problemen omgaat verschilt per leeftijd. Zo kunnen jonge kinderen met een trauma scheidingsangst ontwikkelen, vertonen vastklampingsgedrag, plotseling verdrietig worden, rusteloosheid en plotselinge woede-uitbarstingen.

Wanneer het kind een kleuter is komt het wel eens voor dat ze in hun fantasie helden gaan verzinnen die hun beschermen tegen het kwaad of het krijgt een plaatsje in hun manier van spelen (ze spelen de situatie steeds weer na).

Wanneer het kind al naar school gaat, zullen de problemen zich meer bevinden in het leren. Zo kunnen ze zich maar moeilijk concentreren en hebben geheugen- en aandachtsmoeilijkheden.
Als ze spelen geven ze zichzelf vaak superkracht, waarmee ze zich kunnen beschermen tegen het kwaad, zonder de hulp van anderen. Op die manier kunnen ze hun schuld- en schaamtegevoel verminderen. Dit kan ook in dromen terugkomen.

Aantasting zelfvertrouwen

Kinderen die een trauma hebben, hebben vaak minder zelfvertrouwen.
Ze kunnen op verschillende manieren reageren: ze kunnen zich terugtrekken en depressief worden. Of ze worden juist vervelend, irritant, agressief of brutaal gedrag. Je kan je voorstellen dat dit gedrag in beide gevallen ervoor zorgt dat er negatieve gevolgen zijn voor het sociale leven van het kind.

Oorzaken van PTSS

Een posttraumatische stressstoornis kan ontstaan door een schokkende en onverwachte gebeurtenis. Dat kan bijvoorbeeld een bedreiging zijn, een ongeluk of seksueel misbruik. Hierdoor gaat het kind zich onveilig voelen: zijn/haar gevoel van onveiligheid is aangetast.
Ook zal het kind andere mensen niet makkelijk meer vertrouwen.

PTSS kan ontstaan bij een eenmalige gebeurtenis. Je kan hierbij denken aan een verkrachting. Maar PTSS kan ook ontstaan bij een gebeurtenis die zich vaker herhaalt, zoals incest of stelselmatig misbruik.
Als het trauma niet goed verwerkt is kan PTSS optreden.

Kenmerken van PTSS

De kenmerken van PTSS zijn in drie groepen onder te verdelen.

Gevoelens van schuld, schaamte, woede en wraak

Kinderen die een trauma hebben opgelopen, hebben vaak gevoelens van schuld (omdat ze bijvoorbeeld alleen aan hun eigen veiligheid hebben gedacht), schaamte (ze zijn teleurgesteld in zichzelf, omdat ze niet genoeg moed hadden), woede (omdat ze nu niet meer goed met hun agressie kunnen omgaan. Zo kunnen ze bijvoorbeeld zelf agressiever worden of een ernstige afkeer krijgen tegen agressie waardoor ze geremd worden in hun gedrag) en wraak (als het trauma is veroorzaakt door menselijk falen).
Vooral woede en wraak kunnen een rol spelen bij het later ontwikkelen van een persoonlijkheidsstoornis.

Gestoorde beleving in plaats en tijd

Getraumatiseerde kinderen hebben vaak ook een gestoorde beleving in plaats en tijd. Achteraf (na de gebeurtenis) kunnen ze zich nog moeilijk herinneren in welke volgorde bepaalde dingen gebeurden en waar het zich afspeelde.

Deze vertekening kan een beschermende werking voor het kind hebben: ze kunnen het kind het gevoel geven dat de gebeurtenis nooit zo bedreigend is geweest, als het eigenlijk was. Zo wordt de angst minder intens.

Lichamelijke klachten

Kinderen die een trauma hebben, kunnen allerlei lichamelijke klachten ontwikkelen. Bijvoorbeeld hoofdpijn, buikpijn, benauwdheid of bedplassen. Maar ook kunnen er slaapstoornissen ontwikkelen.

Als de kinderen wat ouder zijn als ze het trauma meemaken, kunnen zij ook een identiteitsstoornis krijgen of gedragsproblemen ontwikkelen. Te denken valt dan aan drugsgebruik of het gebruik van agressie.

Prognose PTSS

Er is weinig onderzoek gedaan naar de behandeling van PTSS. Tot nu toe is alleen bij de cognitieve gedragstherapie aangetoond dat deze werkt.

Om vast te stellen of er nog sprake is van PTSS bij het kind, moet je afgaan op verschillende bronnen. Zo moet je naar het kind kijken, naar de ouders en eventueel ook naar de school. Wanneer je alleen rapportage hebt van het kind, kan het beeld namelijk beinvloed worden door schuld en schaamte.

Criteria posttraumatische stressstoornis

DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) is een handboek dat in de meeste landen wordt gebruikt bij het diagnosticeren van een psychische stoornis. Dit boek geeft criteria waar iemand aan moet voldoen om daadwerkelijk de diagnose te krijgen van die stoornis.

De criteria voor posttraumatische stressstoornis zijn als volgt (volgens het DSM-IV, het vierde boek van DSM):

A. Traumatische ervaring

De betrokkene is blootgesteld aan een traumatische ervaring waarbij beide van de volgende van toepassing zijn:

(1) betrokkene heeft ondervonden, is getuige geweest van of werd geconfronteerd met één of meer gebeurtenissen die een feitelijke of dreigende dood of een ernstige verwonding met zich meebracht, of die een bedreiging vormde voor de fysieke integriteit van betrokkene of van anderen
(2) tot de reacties van betrokkene behoorde intense angst, hulpeloosheid of afschuw.
NB: bij kinderen kan dit zich in plaats hiervan uiten in chaotisch of geagiteerd gedrag

B. Herbeleven traumatische ervaring

De traumatische gebeurtenis wordt voortdurend herbeleefd op 1 (of meer) van de volgende manieren:

(1) recidiverende en zich opdringende onaangename herinneringen aan de gebeurtenis, met inbegrip van voorstellingen, gedachten of waarnemingen. NB: bij jonge kinderen kan dit zich uiten in de vorm van terugkerende spelletjes waarin de themas of aspecten van het trauma worden uitgedrukt
(2) recidiverend akelig dromen over de gebeurtenis. NB: bij kinderen kunnen
angstdromen zonder herkenbare inhoud voorkomen
(3) handelen of voelen alsof de traumatische gebeurtenis opnieuw plaatsvindt (hiertoe behoren ook het gevoel van het opnieuw te beleven, illusies, hallucinaties en dissociatieve episodes met flashback, met inbegrip van die welke voorkomen bij het ontwaken of tijdens intoxicatie). NB: bij jonge kinderen kunnen trauma-specifieke heropvoeringen voorkomen
(4) intens psychisch lijden bij blootstelling aan interne of externe stimuli die een aspect
van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken
(5) fysiologische reacties bij blootstelling aan interne of externe stimuli die een aspect
van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken

C. Aanhoudend vermijden van prikkels of afstomping reactiviteit

Aanhoudend vermijden van prikkels die bij het trauma hoorden of afstomping van de algemene reactiviteit (niet aanwezig voor het trauma) zoals blijkt uit drie (of meer) van de volgende:

(1) pogingen gedachten, gevoelens of gesprekken horend bij het trauma te vermijden
(2) pogingen activiteiten, plaatsen of mensen die herinneringen oproepen aan het trauma
te vermijden
(3) onvermogen zich een belangrijk aspect van het trauma te herinneren
(4) duidelijk verminderde belangstelling voor of deelneming aan belangrijke activiteiten
(5) gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen
(6) beperkt spectrum van gevoelens (bijvoorbeeld niet in staat gevoelens van liefde te hebben)
(7) gevoel een beperkte toekomst te hebben (bijvoorbeeld verwacht geen carrière te zullen maken, geen huwelijk, geen kinderen of geen normale levensverwachting)

D. Symptomen van verhoogde prikkelbaarheid

Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid (niet aanwezig voor het trauma) zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende:

(1) moeite met inslapen of doorslapen
(2) prikkelbaarheid of woede-uitbarstingen
(3) moeite met concentreren
(4) overmatige waakzaamheid
(5) overdreven schrikreacties

E. Duur van de stoornis

Duur van de stoornis (symptomen B, C en D) langer dan 1 maand

F. Lijden of beperkingen in functioneren

De stoornis veroorzaakt in significante mate lijden of beperkingen in sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen

Trauma

Als niet voldaan wordt aan de criteria wil dat niet zeggen dat er geen (psychisch) leed is. Veel mensen houden aan een ingrijpende ervaring (trauma) klachten over, maar voldoen niet aan bovenstaande criteria. Dit wordt ook wel een partiele PTSS (sub-treshold PTSD) genoemd.

Professionele opvang

Kinderen kunnen na het meemaken van een trauma terecht bij professionele opvang. Deze opvang is bedoeld naast de steun en opvang die het kind krijgt uit zijn eigen omgeving (ouders, familie, vrienden etc.).

Er vinden zogenaamde ‘debriefinggesprekken’ plaats waarin er aandacht wordt besteed aan wat er precies is gebeurd, wat het kind dacht toen het gebeurde, het laten uiten van emoties, vragen naar de symptomen van de stress en daarover uitleg geven aan het kind.
Ten slotte wordt hier aandacht besteed aan het aanbieden van copingstrategieën, zodat het kind weet om te gaan met zijn omgeving met vragen.

Echter, er moet wel op gelet worden dat de sessies goed aangepast worden op het kind en niet te kort duren, anders kunnen de symptomen ook juist verergeren.

Medicatie

Er bestaan geen medicijnen waardoor de symptomen van PTSS verdwijnen. Wel zijn er medicijnen die bepaalde symptomen kunnen beïnvloeden. Een voorbeeld is antidepressiva zodat het kind minder beangstigende en vervelende herbelevingen heeft.

Ego-ondersteunende technieken

Hierbij worden de copingstrategieën van het kind versterkt. Het oproepen van de herinnering, met de daarmee gepaard gaande emoties en dit duidelijk onder woorden kunnen brengen staan hierin centraal.

Cognitieve gedragstherapie

Door PTSS kunnen er verstoorde cognities ontstaan. Bij de cognitieve gedragstherapie staat dit meer centraal. Ook de symptomen van de PTSS zijn hier belangrijk.
Het kind wordt tijdens de behandeling geconfronteerd met de herinneringen aan het trauma die angst oproepen. Elke keer wordt het kind iets langer blootgesteld, zodat het gewend raakt aan de angst.

Combinatie gedragstherapie en betekenisverlening

Deze combinatie is een goede behandeling voor PTSS. Het kind leert bijvoorbeeld dat een bepaalde plek wel veilig is, ook al doet die plek denken aan het trauma.
De angst voor het trauma wordt steeds minder als het regelmatig met de angst wordt geconfronteerd.

Groepstherapie

Groepstherapieën blijken goed te werken. Ze moeten dan wel goed geleid worden.
Het moet niet slechts een clubje zijn waar ze kunnen vertellen hoe ze zich voelen.

Tips voor ouders en anderen die met kinderen met PTSS te maken krijgen

  • Bied veel rust en veiligheid aan je kind en erken wat je kind voelt. Steun hem en troost hem.
  • Zorg dat er goed contact is met het traumateam.
  • Als je niet persoonlijk betrokken bent bij het kind, moet je professioneel blijven en niet te geschokt reageren.
  • Gun het kind veel tijd om het te verwerken. Het kan namelijk lang duren voordat een trauma verwerkt is.
  • Houd er rekening mee dat alles bij vlagen weer hevig kan terugkomen en weer kan wegebben. Dan is het dus nog niet weg.
  • Het is belangrijk dat het kind ook op school genoeg ruimte krijgt voor alle verwarrende gevoelens.
  • Geef het kind voldoende mogelijkheid om het te uiten, hierdoor komt de verwerking ervan beter op gang.
  • Open over het trauma kunnen praten is erg belangrijk voor de verwerking ervan. Laat het kind het veel vertellen, want daardoor krijgt het verdriet een plaats.

1 gedachte over “Posttraumatische stressstoornis”

  1. Heel herkenbaar bij onze kinderen.
    Ook therapie helpt een kind. Bij ons hielp EMDR. EMDR staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing. De belangrijkste insteek van de EMDR therapeut is de cliënt te helpen de herinneringen aan deze gebeurtenissen te verwerken, met de bedoeling daarmee de klachten te verminderen of te laten verdwijnen.
    EMDR geeft de kinderen meer lucht en hun schoolresultaten gaan ook vooruit.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *